Lieve allemaal,
Op het moment van typen lig ik weer in een trein, blijkbaar een fijn moment om even alles van me af te schrijven. Ik ga dan ook gewoon meteen verder waar ik de vorige keer ben gestopt.
Van Jaipur reizen we met de trein door naar Agra, waar we een van de zeven wereldwonderen gaan zien, de Taj Mahal. We zitten in een leuk hostel met behulpzaam personeel dat ons helpt bij het boeken van de treintickets voor de komende dagen. Lang verhaal kort: gedoe, maar het is gefixt!
Die middag gaan we meteen mee met een walking tour vanuit het hostel rond zonsondergang vlakbij de Taj Mahal. We belanden aan de achterkant van de Taj en laten ons van alles vertellen aan achtergrondinformatie over dit fenomenale gebouw. We mogen omstebeurt per klein groepje op een bootje om een mooi uitzicht te krijgen op de Taj. Omdat toeval niet bestaat belanden Suus en ik los van de groep samen op het bootje. Ons eerste ‘peaceful moment’ sinds we in India terecht zijn gekomen. Stilte en een mooi uitzicht.
De oude man die het bootje bestuurt maakt een paar mooie foto’s van ons en zorgt dat we het mooiste uitzicht hebben dat hij kan verzorgen. Eindelijk besef ik dat ik in India ben! De Taj Mahal is prachtig en de zonsondergang zorgt voor een schilderachtig tafereel. Geluksmomentje in the pocket.
We gaan op tijd naar bed want de ochtend erna willen we de zonsopkomst mee maken bij de Taj Mahal als we deze gaan bezoeken. Even wat achtergrondinformatie voor de lezers thuis: De 5e Mogolkeizer, beschouwd als één van de belangrijkste heersers van de Mogol-dynastie, heeft uit liefde voor zijn overleden vrouw dit monument laten bouwen. Het doet dienst als mausoleum en zowel zijn vrouw als hemzelf, zijn in de kelders van dit imposante gebouw begraven. Voor mij als zelfbenoemde hopeloze romanticus een heerlijk verhaal.
We staan rond half 7 ’s ochtends bij de Taj Mahal. Hoe ik de dag ervoor nog duidelijk besefte dat de Taj voor m’n neus opdoemde vind ik het nu allemaal een beetje onwerkelijk. Het is een immens gebouw en met recht een van de wereldwonderen maar het is toch anders dan ik had verwacht. Misschien is de magie eraf omdat iedereen toch met camera’s staat te klikken alsof hun leven ervan afhangt. Het ironische is dat je eerst door een prachtige poort moet lopen om de Taj Mahal te zien waardoor iedereen met zijn rug naar die poort enorm staat te staren naar de Taj.
Meteen voelt dit als een soort beeldspraak waarbij ik besef dat het goed is om om me heen te blijven kijken en niet op één punt te focussen.
We lopen richting het wereldwonder en beseffen al meer dat dit wel echt iets is geweest waar we naar uit hebben gekeken.
De Taj is van binnen wat minder indrukwekkend, er staat twee tombes waar je om heen kan lopen. Soms heb ik bij bepaalde gebouwen met een verhaal wel een bepaald gevoel maar hier blijft het uit. Het is de Taj Mahal, punt. En dat is prima. We schieten nog wat foto’s en houden het dan voor gezien.
Aangezien onze buiken het iets beter lijken te doen op westers eten houden we het daar maar op. Er is een restaurantje in de buurt waar we dit kunnen vinden en waar veel van de mensen uit ons hostel ook te vinden zijn dus we eten daar wat. Zowel het hostel als dit restaurantje zitten vlak bij de Taj Mahal dus er zit in de buurt ook een soort patrouillepost van de poltie. We maken kennis met een van de politie agenten die erg geïnteresseerd is in ons en onze cultuur. We houden het oppervlakkig maar kletsen wel met hem en later ook de eigenaar van het restaurant over de verschillen tussen India en Europa.
Het voelt hier alsof ik hier in een ander tijdperk ben maar wel met een aantal moderne voorzieningen. Vrouwen hebben weinig te zeggen, veel mensen lopen rond in vieze kleding en afval zwerft overal rond maar het gros heeft bijvoorbeeld wel een mobiel.
We kletsen over het gebrek aan educatie en dat dit een van de oplossingen zou kunnen zijn. Op dit moment zijn veel mensen onwetend en weten zij dus letterlijk niet beter. We laten ons vertellen dat het nog een paar generaties zal gaan duren maar dat er wel een omslag aan het plaats vinden is. Dit vanwege het grote aantal studenten dat er schijnt te zijn. Laten we het hopen voor India en haar inwoners, want ik ben geschrokken van de mate van armoede die aanwezig is in dit land.
De aardige politieagent biedt ons een lift aan naar het treinstation vanmiddag. Die nemen we graag aan. Als we op tijd van afspraak bij het restaurant arriveren is hij er nog niet maar wel zijn baas. Een rare vent met een grote snor. Hij laat duidelijk merken dat hij graag vrienden met toeristen wil worden op Facebook maar dat het wel ‘pijn doet in zijn hart’ als iemand niet reageert. Voor ons een duidelijk signaal hier vooral niet aan mee te doen want ah gut wat zou ik het vervelend vinden als deze man pijn in zijn hart zou hebben… Onze aardige vriend de politieman is erg laat en we besluiten zelf naar de trein te vertrekken. De baas dringt erop aan te wachten en ik merk dat ik best wat geduld heb dus vooruit nog even wachten. Het voelt steeds gekker aan, want een van onze hostelgenoten zit voor de neus van de politie uitgebreid te blowen met het personeel van het restaurant. De politiebaas moedigt dit aan maar er zit letterlijk een luchtje aan. Geduldig houden we ons afzijdig maar toch wachten we nog even af. Totdat de politiebaas belt met onze lieve vriend en ik hem hoor zeggen dat wij erg boos zouden zijn. Op dat moment is bij mij de koek op en laat ik licht gefrustreerd merken dat het nu klaar is en dat ik van deze manier niet gediend ben.
Als we eindelijk in een riksja zitten komt onze aardige politievriend toch aanrijden en brengt hij ons als een speer richting het treinstation. Hij blijft zijn excuses aanbieden en het is lastig aan zijn verstand te krijgen dat we echt niet boos waren of zijn.
Na deze vermoeiende actie komen we uiteindelijk aan op het treinstation. Dit is de eerste keer in India dat ik me heel ongemakkelijk heb gevoeld tussen de lokale bevolking. Het is inmiddels donker en we gaan op het goede perron op onze backpacks zitten om braaf te wachten op de trein. We worden echt van alle kanten aangestaard en kindjes worden aangemoedigd ons aan te raken. In het begin lach ik nog lief en probeer ik het ijs te breken door hier en daar een Namasté erin te gooien. Maar uiteindelijk wordt het ongemakkelijk en bedek in mijn hoofd met een sjaal om gevoelsmatig wat minder op te vallen. Het maakt me verdrietig dat de verschillen tussen ons en de Indiase bevolking zo zichtbaar en voelbaar zijn. Voor onze neus gaat een trein rijden en mensen proberen met man en macht in de trein te springen waarbij mensen letterlijk gillen en rennen. Ik ben erg onder de indruk en dat maakt het hele geheel niet minder ongemakkelijk. We zijn blij als we in ons bedje in de trein zijn geïnstalleerd. We hebben een eigen stekkie en een paar stations later stappen er een hoop westerse backpackers in waardoor we ons gek en erg genoeg toch even wat meer op ons gemak voelen.
We hebben de gouden driehoek van India gehad, namelijk Delhi, Jaipur en Agra. Op de kaart zouden ze, als je de steden zou verbinden met een lijntje, een driehoek vormen. Op naar Varanasi!
Maar dat lieve mensen, is weer een ander verhaal. Tot snel!
Namasté