“Eheheheeen kilometers spoor schieten onder mij door!”, zong Guus Meeuwis al eens met volle overgave. Dat liedje schoot de afgelopen dagen meer dan eens door m’n hoofd. Om precies te zijn is er 5193 kilometer spoor onder ons door geschoten in bijna 89 uur tijd. Kedeng kedeng!
Het lijkt voor ons een eeuw geleden maar nog even een paar dagen terug in de tijd. Afgelopen zaterdag hebben we ons eerst nog een ochtend vermaakt in Moskou. Uiteraard vonden we het waard een bezoekje te brengen aan het Rode Plein. Vanwege een festival dat gaande is moeten we omlopen maar dat leidt ons door een leuk straatje waar we ontbijten, door een ontzettend sjiek winkelcentrum en uiteindelijk naar het Rode Plein.
Het plein staat vol tribunes en dranghekken dus we kunnen het niet helemaal overzien maar alsnog is het een indrukwekkend geheel. Ma zegt mooi, dat je het altijd wel in het nieuws ziet maar dat het toch bijzonder is er ineens zelf te staan. Vooral de Saint Basil’s Cathedral vind ik sprookjesachtig mooi. “Lijkt net de Efteling”, zijn we het hardop eens.
We passeren de grote gebouwen en het mausoleum van Stalin.
Na dit culturele uitstapje is het tijd om terug te gaan met de metro, soms even zoeken want aan het Russisch is geen touw vast te knopen en hier in de stad zijn ze toch vrij stug!
Om 13:50 lokale tijd stappen we diezelfde middag als twee blije eieren op de trein, jawel de Trans Mongolië Express!
We krijgen onze coupé toegewezen en we delen deze in eerste instantie met een heerlijk verliefd stel met een kleine schattige baby. M’n eierstokken trillen de tent uit! Het is een Russisch stel met weinig Engelse skills dus het blijft bij wat handen en voeten werk en aardige glimlachjes maar verder doen we allemaal vooral ons eigen ding.
De afgelopen dagen is deze 4persoonscoupé echt een beetje ons huisje geworden. Ik aan de rechterkant in het bovenste bedje en ma in het onderste. Het Russische stel stapt dezelfde avond nog uit en op een Russische arbeider en een ander Russisch stelletje na die ons in beide gevallen een paar uurtjes vergezelt hebben we de coupé voor ons zelf. En dat vinden we helemaal niet zo erg.
Waar we ons echt over verbazen is de hoeveelheid Nederlanders in onze wagon. We tellen er zo al twaalf dus dat is natuurlijk ontzettend gezellig. Het maakt het maken van een kletspraatje een stuk makkelijker al zitten we vooral lekker in ons eigen “huisje”, onze coupé.
De vrouwelijke Russische zogeheten provodniks houden de wagon in de gaten. Twee potige stugge dames maar met een werkethos waar je u tegen zegt. Regelmatig worden we opzij gebonjourd omdat ze ons koddige Perzische tapijtje van onze coupé willen uitkloppen of omdat het toilet op slot moet bij een stop op een van de vele perrons die we passeren.
We hebben echt geen moeite met ons vermaken. Ruim 89 uur “niets doen”, dat voel je wel in lijf. Spierpijn en slap gevoel wisselen zich af maar we vervelen ons verbazingwekkend geen moment. We zijn verwikkeld in een stevige competitie rummikub, luisteren muziek, lezen boek na boek uit, kletsen wat af, doen dobbelspelletjes, herstructureren onze backpacks, staren uit het raam, lopen wat rond en we schrijven allebei in onze boekjes. Ik slaap vooral veel, ik merk dat ik het druk heb gehad de afgelopen tijd en dat komt eruit in de vorm van hoofdpijn, nadenken en dutjes, veel dutjes. Wat is het fijn om hier de tijd en de ruimte voor te hebben.
Ma geniet van iedere minuut, heerlijk om te zien. Haar vrolijkheid werkt aanstekelijk en soms zitten we even allebei in onze eigen bubbel maar we genieten vooral samen en staan stil bij de bijzonderheid van deze reis.
De trein hobbelt goed heen en weer, dat merk je vooral ’s nachts. De eerste nacht slapen we weinig maar doordat je er toch aan went pakken we de volgende twee nachten meer rust. De laatste nacht doen we geen oog dicht. Het rijden door vier tijdzones maakt je hele bioritme in de war en dat merken we. Al snel hebben we weinig besef van tijd en/of dagen en daar geven we ons helemaal aan over. We eten wanneer we trek hebben en slapen wanneer we dat nodig vinden. We reizen vooral met het licht en donker.
Het uitzicht bestaat vanaf Moskou de eerste twee dagen vooral uit bossen en kleine dorpjes. Het ziet er in onze ogen soms armoedig en primitief uit. Naarmate de tijd vordert wordt het landschap heuvelachtiger en staren we wat meer met open mond uit het raam.
Het wordt op de vierde dag kouder en op de laatste avond wordt er zelfs gestookt zodat de verwarmingen aan gaan in de coupés en op de gang. Deze worden gestookt met kolen, wat we goed kunnen ruiken. Met deze geur, het doen van een spelletje bij een schemerlampje met een deken op schoot doet het me al snel denken aan de gezellige kerstmaand en ik knal Feliz Navidad er even in die we al snel allebei in ons hoofd hebben. Lekker kerstig!
Onze buikjes houden het prima met het eten dat we tot ons nemen. Naar aanleiding van blogs die we van tevoren hebben gelezen zijn we goed voorbereid weg gegaan en daar plukken we de vruchten van. Vanwege het hete water dat je onbeperkt in de trein kan tappen slaan we op onze manier aan het “kokkerellen”. We eten iedere ochtend havermout met rozijntjes, wisselen noodles af met couscous voor lunch en diner en tussendoor snoepen we van onze Nederlandse dropjes, karamel en crackertjes. We vullen het aan met wat fruit, brood en koekjes dat we tussendoor op de perrons kunnen kopen.
Al met al ontwikkelen we een routine in de trein. Je frist op met een plens koud water in het gezicht gecombineerd met een babydoekje, make-up laten we lekker achterwege, schoon ondergoed geeft een fris gevoel en wat is deo toch een geniale uitvinding. De een haalt water, de ander bereid het eten voor en zo nuttigen we onze maaltijden in ons knusse onderkomen.
Afgelopen woensdag komen we om 11:30, lokale tijd, aan op Irkutsk Railway Station waar we netjes opgewacht worden door Olga. We hoeven alleen maar op het bordje “Drenkelford” af te lopen. Olga neemt ons mee in de taxi richting Listvyanka waar we de komende twee nachten zullen verblijven. Ze vertelt onderweg van alles over wat we zien en nog kunnen gaan doen. Het is even wennen want het komt met bakken uit de hemel met 10 graden.
Gelukkig verblijven we in een mooi chalet in het dorpje aan het grootste zoetwatermeer van de wereld, het Baikalmeer met een prachtig uitzicht.
We komen bij van onze zelfbenoemde trainleg (aka jetlag) en genieten van een nieuwe omgeving, goed eten en het in beweging zijn met een lach op ons gezicht!
Tot de volgende!
Liefs