Lieve allemaal,
5 dagen en 4 nachten treinen door 5 tijdzones heen heeft blijkbaar echt z’n weerslag op je bioritme want we slapen de nachten erna in Listvyanka niet best. Desondanks genieten we van onze tijd daar. Ruim een week geleden komen we daar aan met regen en 10 graden maar gelukkig is het de dag erna opgeklaard en schijnt zowaar het zonnetje.
Na een lekker en uitgebreid ontbijt van Maria in het chalet waar we verblijven gaan we op pad. Na 1,5 km lopen komen we aan bij de haven en besluiten we een boottocht te doen over een deel van het Baikalmeer.
Nou ja, een deel… Hoeveel kun je bevaren in een uur op een meer dat zo groot is als België?
Na ons avontuur op het water gaan we aan de wandel. Listvyanka is een langgerekt dorpje en we hebben ons laten vertellen dat als je de 5km naar de andere kant van het dorp loopt, je met een stoeltjeslift de bergen in kan voor een prachtig uitzicht.
Zo gezegd, zo gedaan. Na een stevige wandeling en een verrukkelijke lunch komen we aan bij het museum van het dorp waarlangs we omhoog moeten. Het is even zoeken en we klimmen ongeveer 1,5km omhoog om bij de stoeltjeslift uit te komen. Het is een grappige bedoening want voor we het weten zitten we in de lift naar boven en worden we vrolijk toegewuifd en gefotografeerd door Chinezen die op weg naar beneden zijn. Dat wordt wat straks in China…
Een klein wandeltochtje nog naar het viewpoint en dan worden we beloond met een immens wijds uitzicht over het Baikal meer en de Angara rivier die aan elkaar grenzen. Ontzettend trots op mama die haar grenzen verlegt met deze wandeltocht en wat is het het waard!
Na volop genieten van ons panorama uitzicht nemen we de stoeltjeslift weer naar beneden en lopen we de hele route terug. Met de moeheid in de benen schuiven we aan in het hotel voor het diner en een rood wijntje met twee Gooise jongens die we daar ontmoeten. En dat smaakt!
De volgende dag worden we opgehaald voor een transfer naar Irkutsk, een grote studentenstad waar we een nacht verblijven in een mooi maar saai hotel. Ik ben niet lekker dus we lunchen even in het centrum met een broodje in het park maar verder blijven we lekker in het hotel.
De volgende dag gaan we de stad in. Er loopt een groene lijn door de stad die je kunt volgen en zo kom je langs allerlei bezienswaardigheden.
Karakteristiek aan Irkutksk zijn de houten huisjes die verspreid door de stad te vinden zijn. In het centrum vind je ze niet meer omdat ze niet meer gebouwd mochten worden na een grote brand in het verleden maar verder vind je ze nog overal.
We vinden Irkutsk een stuk vriendelijker ogen dan Moskou en ook de mensen zijn veel beter te benaderen. Het Engels is beter en de bereidheid groter om je te woord te staan. We belanden op een lokale markt waar we onze ogen uitkijken en wat lekkere snaaierijtjes scoren voor de volgende treinrit. We eten nog wat in een authentiek Russische vreetschuur waar ma de ‘borsch’ (rode bietensoep) probeert uit de Russische keuken. Die mag er wezen!
Na een leuke dag rondlopen en veel te hebben gezien wachten we in het hotel tot we opgehaald worden om naar het treinstation te gaan. We bellen met onze mannen thuis en zoeken het een en ander uit voor onze reis door China waar we nog dingen voor moeten boeken.
Dan is het tijd voor de volgende rit van de Transmongolië Express van Irkutsk naar Ulan Bataar in Mongolië. Op het treinstation komen we de groep Nederlanders tegen die we in Listvyanka hebben ontmoet. Met een Belgische man, 4 Nederlanders uit Ommen en de jongens waar we al een wijntje mee hebben gedaan in het chalet, zoeken we onze coupés op. We delen onze coupé gezellig met Maurice en Jeffrey, de Gooise boys.
We installeren ons in onze coupé en doen één vodkaatje met onze reisgenoten want tja, we kunnen Rusland niet verlaten zonder dit in onze keel te hebben voelen gebrand. Nosdrovja!
Na een onrustige nacht, want de trein is flink luidruchtig, maken we ons op voor de dag. Het blijkt een lange dag te worden want de grensovergang naar Mongolië staat op het programma. Dat houdt in dat we een lange stop hebben in Rusland net voor de grens en een lange stop in Mongolië net na de grens. Alles bij elkaar zijn we een paar uur uit de trein en wachten we een paar uur ín de trein. Het bijzondere wat we met elkaar concluderen is dat als de trein rijdt je gewoon letterlijk en figuurlijk mee hobbelt, maar dat als de trein stil staat je echt wacht. En dat duurt lang. Gelukkig hebben we een gezellige groep mensen bij elkaar en onze eigen coupégenootjes brouwen een heuse heerlijke maaltijd door middel van het hete water dat beschikbaar is. We smullen van couscous met dadels, rozijnen, pruimen, hazelnoten, walnoten, koriander en munt. Wat kan eten een mens gelukkig maken, mij in ieder geval!
We gaan op tijd slapen want we komen de ochtend erna om 5:45 aan in Ulan Bataar (UB), de hoofdstad van Mongolië. We worden met de 6 andere Nederlanders opgehaald door onze chauffeurs en we beginnen met een bakje echte Mongoolse koffie en thee (met naar het schijnt merriemelk), even wennen. Wat zijn de mensen lief en we slaken allemaal zowat een zucht van verlichting na het stugge Rusland.
Ik krijg een telefoon van een van de chauffeurs in m’n handen en dan spreek ik Bert, de eigenaar van het ger-tentenkamp waar we naartoe gaan. Bert, een Nederlander die zich hier heeft gesetteld met een Mongoolse vrouw, blijkt een grote Amsterdamse vent te zijn die nogal chaotisch overkomt en praat met consumptie. Wat een prachtvent, hij ontvangt ons meer dan gastvrij. We zullen ‘m uiteindelijk niet veel zien want hij lijkt vooral rond te scheuren met z’n dikke 4×4 om al z’n goed geregelde zaakjes te organiseren.
Ik krijg hem aan de telefoon zodat hij naar de chauffeurs kan vertalen wat de bedoeling is. Het lijkt erop dat we nog niet naar onze ger-tenten kunnen dus we worden in UB bij een plein met tempels gedropt. Mooi en wat is het koud hier!
Vervolgens worden we afgezet bij een groot plein met parlementsgebouwen waar we ook weer even mogen rondlopen.
Dan trotseren we het megadrukke verkeer in UB en rijden we een lang stuk richting Terelj National Park. Daar maken we nog een tussenstop bij het grootse standbeeld van de wereld, die van Chenggis Khaan.
We rijden een prachtig stuk door het Nationaal Park waar we onze ogen uitkijken.
Het is herfst en dat is terug te zien aan de kleuren van de natuur, de oh’s en ah’s vliegen door het busje waar we mee door hobbelen.
We worden afgezet bij een brug en als we daar overheen zijn gewandeld worden we opgewacht door een 4×4 om over het hobbelige terrein en door riviertjes onze weg te vervolgen. Echt te gek om op deze manier vervoerd te worden.
Begin van de middag komen we aan en krijgen ma en ik een eigen ger toegewezen, we zijn zo blij! Mongolië staat al heel lang op allebei ons lijstje en nu zijn we er gewoon!
We gaan back to basic dus ook na 2 nachten trein nu nóg 2 nachten zonder stroom, zonder douche en zonder wifi. Dat bevalt ons prima tot nu toe dus in dezelfde modus verder. We voelen ons echt weg van thuis en dat is soms helemaal niet zo verkeerd naar mijn mening.
Een groot deel van de groep is door elkaar beter te leren kennen nieuwsgierig geworden naar yoga en vraagt om een lesje. Dat wil ik met alle liefde geven dus na de lunch geef ik 5 mensen tussen de bergen bij de ger-tenten een yogales, wat kicke!
Ma en ik wandelen een groot stuk mee met onze vrienden uit Ommen die de omliggende bergpas trotseren. Halverwege blijven wij lekker genieten van het uitzicht en lopen we samen op het gemak terug.
Daar doen we een biertje met z’n allen en na het gezellige diner wordt het kampvuur ontstoken. Onder een prachtige Mongoolse sterrenhemel genieten we van elkaars gezelschap, raden we liedjes in een eigen benoemde muziekquiz en delen we onze Nederlandse humor met elkaar.
Dan wordt het tijd om het kacheltje op te stoken in de ger want het mag dan overdag zo’n 26 graden zijn, ’s nachts daalt de temperatuur tot het vriespunt.
Ma en ik kletsen samen nog wat en doen dan onze kaarsjes uit om bij het knisperende vuurtje in de kachel in slaap te vallen.
De volgende ochtend is even pittig want het is koud, heel koud! Ondanks het harde bed, harde kussen en blaffende honden hebben we prima geslapen en stappen we met het goede been uit de ger.
Na een stevig ontbijt, wat worden we hier verwend met het eten, staan de paarden klaar voor ons. Met zijn 8en krijgen we één voor één ons eigen Mongoolse paardje toegewezen. Nu al kicke om er weer op te zitten. Ook mama heeft een grote glimlach op haar gezicht als ze op het zadel plaats heeft genomen.
En dan gaan we in een kudde op weg. Je kan merken dat de paarden gewend zijn de route te lopen en bij elkaar te blijven. Voor sommige even spannend en wennen aan de pony maar we zijn onderweg!
Het landschap is echt adembenemend. Overal bomen en bergen in alle kleuren die je bij de herfst kan bedenken. Het doet me denken aan Bob Ross en even lijkt het alsof ik door een van zijn schilderijen paardrij. Met al die kleuren en dieptes kijk ik m’n ogen uit. Mama zei later heel mooi dat je er bijna emotioneel van zou kunnen worden omdat de schoonheid je zo raakt.
Na zo’n 1,5 uur gehobbel worden we geacht af te stappen en mogen we een stukje te voet naar boven klimmen. Dat is best lekker voor de verkrampte spieren en toch ook wat zwaar want we moeten flink omhoog. Puffend komen we boven aan en ma overtreft zichzelf wederom!
Het uitzicht is werkelijk fantastisch en zo de moeite waard! Het is bijna niet met woorden te beschrijven.
We maken flink wat foto’s van en met elkaar en dalen dan weer af om weer op de knollen te stappen. Via een andere route zetten we koers richting het gerkamp. Onderweg nog even paniek want zowel paarden als ik en een van de jongens wordt gestoken door naar het lijkt horzels. Zelfs de gidsen die mee zijn raken even in de stress en roepen dat we af moeten stappen. Het laatste stuk ruikt mijn kleine knol de thuisbasis lijkt het, dus ik geef hem even de vrije loop en met een klein groepje galopperen we door. Geweldig om weer te voelen en ervaren.
Na onze rit koelen we met een aantal af in de ijs-, maar dan ook ijskoude rivier die vlakbij het kamp stroomt. Een prachtig plekje en “als je er eenmaal doorheen bent, dan valt het best wel mee”, gaat hier op. We warmen ons op in de zon en chillen de rest van de middag bij de rivier en onze eigen ger. Wat een heerlijkheid.
Na een lekker Hollands AVG diner, we missen het wel om echt Mongools eten te krijgen, tafelen we nog na in het eethuisje en bomen we wat af met elkaar. Een “avond van bezinning”. Nog even bij het kampvuur onder de sterrenhemel en dan houden we het allemaal vroeg voor gezien. Ik loop met een van de jongens naar de tenten en ik zeg dat we eigenlijk nog één keer naar boven moeten kiiken want die sterrenhemel zien we nooit meer. Ik kijk omhoog en ik zie precies een vallende ster boven mijn hoofd! Toeval bestaat niet, ik doe een vreugdedansje en een wens en huppel vrolijk naar de tent waar moeders de kachel al heeft opgestookt.
Ook wij bezinnen samen nog wat en dan is het echt tijd om te slapen.
Wat heeft de wereld een schoonheid te bieden. Dat heb ik al vaker mogen aanschouwen en wat is het fijn om daar weer getuige van te mogen zijn. Alle zintuigen worden weer geprikkeld, ik houd ervan. En dat te kunnen delen met m’n moeder is een bijzonderheid op zich. We doen het goed samen!
Liefs,
Nienke