Sabaidee allemaal,
Na de geweldige ervaring van de luchtballonvaart gaan we met een groepje van in totaal 5 meiden met de bus naar Pakse, een grote stad zuidelijker in Laos. We worden met een tuktuk opgehaald en afgezet op het busstation in Vang Vieng waar we vervolgens onverwachts een tijd moeten wachten.
Onvoorziene omstandigheden zijn de nadelen van reizen maar de voordelen zijn dat we er met elkaar altijd wel wat van maken. Je zit vaak met meerdere toeristen te wachten en voor je het weet pakt iemand een gitaar en zitten we met de hele meute ‘Wonderwall’ van Oasis te galmen. Mooi hoe muziek over grenzen heen gaat en verbindingen maakt.
Ondertussen twee uur verder stappen we in het gearriveerde minibusje die ons naar de hoofstad van Laos brengt, Vientiane. Hier komen we begin van de avond aan en stappen we over op de nachtbus. Deze bus is een luxe versie van wat ik tot nu toe gewend ben. Oké, de bedden die bedoeld zijn voor twer personen zijn wat krap, het is meer een groot eenpersoonsbed, maar het ligt goed en het is verder een ruime bus. Ik lig vertrouwd naast m’n reismaatje dus voor ons geen klagen.
Ondanks de luxe bus blijft het reizen altijd een onrustig gebeuren. Ik slaap gebroken en droom veel. Toch vind ik het nog steeds ideaal om je ’s nachts te verplaatsen en zodra ik op de bestemming ben vergeet ik de vermoeiende reis weer. Deze keer in Pakse is het helaas anders want zowel Suus als ik voelen ons beroerd. We zien deze dag dus maar als rustdag en doen allemaal even ons eigen ding. Slapen, eten bij de heerlijke Indiër op de hoek, rondlopen en ons laten informeren over de bekende Lao Loop.
In een aantal plaatsen in Laos is het een belevenis om één of meerdere dagen een scooter te huren om een rondje, een loop, te rijden. Zo ook in Pakse. We starten met ons groepje meiden in ieder geval tegelijk en de tweede dag gaan we onze eigen weg. We huren een scooter en we krijgen een route mee. Lang leve de app ‘Maps me’ want die brengt ons zonder moeite waar we moeten komen. Suus is nog steeds niet lekker dus ik rijd en zij navigeert, topteam.
Na een uur stoppen we bij de eerste waterval, Tad Pasuam. We moeten even zoeken en rondlopen maar uiteindelijk vinden we de prachtige grote rotsen waar het water als een gordijn overheen sijpelt.
Het is zo’n mooi plekje met een fijne vibe dat we er even wat tijd doorbrengen voor we onze weg vervolgen.
De volgende stop is bij mr. Vieng, de eigenaar van een koffieplantage. Aangezien we ons nog niet topfit voelen installeren Suus en ik ons in de hangmatten en de andere meiden krijgen een rondleiding over de plantage.
We rusten even uit, nemen een pauze en dan gaat de rit weer verder.
Het touren is lekker. In Pakse, de grote stad, is het erg heet en het is dus fijn om een briesje te voelen.
Daarnaast merken we dat naarmate we verder rijden, de wind koeler wordt. Sterker nog, op een gegeven moment zien we de lucht betrekken en voelen we duidelijk de dreiging van een bui. Hier waren we al voor gewaarschuwd. Als we de eerste dikke druppels voelen rijden we nog even verder want ons eindpunt van dag één moet in de buurt zijn. Dan gaat het helemaal los en besluiten we toch even te stoppen om te schuilen.
De regen valt met bakken uit de hemel en we kijken en luisteren vol verwondering naar de dikke druppels die voor ons op de grond en op de golfplaten van het overdekte winkeltje vallen.
Wanneer de bui redelijk voorbij lijkt te zijn hullen we ons in onze regenponchos en gaan we op zoek naar onze eindbestemming van deze dag, Tad Lo. Vijf westerse toeristen op drie scooters met felgekleurde poncho’s op, het moet een bezienswaardigheid zijn geweest.
Het is weer even zoeken maar we vinden Tad Lo en daar gaan we op zoek naar een slaapplaats. We kloppen aan bij een guesthouse met bungalows en er zijn er nog twee voor ons vrij.
Als we een uur later uitgehongerd van ons diner zitten te smullen worden we onderbroken door twee jongens die binnen komen lopen. Het zijn Joppe en Stephan, twee Nederlanders die we al vanaf de slowboat steeds tegenkomen. Omdat we allemaal niet kunnen geloven dat we elkaar op deze manier weer tegen het lijf lopen is het natuurlijk weer hysterie alom. We knuffelen, lachen en praten bij tijdens het eten.
Het oude vrouwtje dat werkt bij het restaurant, steeds de bestellingen verkeerd begrijpt en een oude heks leek te zijn, blijkt een lieverd. Ze deelt zelfgeknoopte armbandjes uit en ze doet ze persoonlijk bij iedereen om die dit wil. Er zijn wat kindjes die in het restaurantje werken en er zijn nog wat toeristen die hier tijdens de loop ook de nacht doorbrengen. Gezelligheid dus!
Niet al te gek laat besluiten we met de meiden om naar de bungalows te gaan. Het is toch vermoeiend zo’n dag rijden en morgen willen we weer op tijd op. We kletsen nog met z’n vijfen op onze veranda. Morgen gaan we namelijk echt allemaal onze eigen weg dus het idee van afscheid nemen maakt dat we elkaar nog even opzoeken en praten over wat we hebben beleefd en nog gaan beleven.
Na een redelijke nacht ontbijten we met elkaar en dan gaan we met de hele bups op pad. We stoppen nog even bij de waterval van Tad Lo.
We maken ook wat groepsfoto’s want we nemen afscheid van elkaar als groep. Maike en Martha gaan na de loop een andere kant op dan wij dus we delen dikke knuffels uit met de afspraak dat we, als iedereen weer in Nederland is, een reünie organiseren. De jongens en Kiek zien we misschien nog in het zuiden dus we spreken af contact te houden om over een paar dagen weer herenigd te worden.
Suus en ik springen op onze scooter en gaan er vandoor. De rest van de groep doet een langere loop dus zij nemen een andere route dan wij. Uiteindelijk halen ze ons nog een keer in maar dan zijn we echt weer samen.
En dan worden we meteen weer geconfronteerd met wat pech. Opeens geeft de meter aan dat de benzine bijna op is en de wolken pakken zich samen in een kleur die weinig goeds voorspelt. Helaas zitten we nu in een gedeelte waar weinig te vinden is dus zowel benzine tanken als schuilen is geen optie. Toch een beetje nerveus zitten we met onze poncho’s aan op de scooter. De benzinestations die we tegenkomen hebben geen benzine, top. We rijden door, de meter ondertussen in het rood, en dan ineens valt m’n oog op een hutje met twee reservoirs. Ik trap op de rem en ja hoor, het is benzine! We gooien de boel helemaal vol en aangezien het opgeklaard is kunnen de poncho’s weer af. Opgelucht zitten we een stuk relaxter op de scooter.
Het touren is fijn, we zien op deze manier voor mijn gevoel een groot deel van Laos. De hoofdwegen zijn goed te doen dus het is prima rijden en er is veel te zien. De dirtroads naar de watervallen zijn vaak wat pittiger maar dat vind ik dan juist wel weer kicke. We zien kleine dorpjes met zowel mooie betonnen huizen als kleine hutjes. De meeste huizen staan op palen omdat in het regenseizoen met de hevige regenval de kans op water in je kelder groot is.
We rijden door tot Tad Yuang, een hoge waterval die we van bovenaf kunnen bewonderen.
Bij het zien van de trap ofwel ladder naar beneden kiezen we ervoor om niet de hele weg naar beneden af te leggen. Soms ben ik liever lui dan moe en dat mag want het is tenslotte toch ook vakantie!
De volgende en laatste stop is Tad Champi, daar lopen we wel een stukje voor naar beneden. Wat een mooie, serene plek.
Het is een waterval met een jungle erom heen en een meer waar het vallende water in uitmondt. We zitten er een poosje te genieten totdat ik gestoken word door een wesp. Dat is dan weer jammer, gelukkig is de angel er makkelijk uit te halen. Dit hoort er natuurlijk bij als je je in de natuur begeeft!
Het laatste stuk van de route rijden we in een keer door naar Pakse. Door wegwerkzaamheden is de weg saai en de omgeving niet om van te genieten. Achteraf was het een lange rit om in een keer af te leggen dus met zadelpijn strompelen we in Pakse van de scooter af naar ons hostel. Terug bij het hostel, Phonesavanh, waar we van de week ook al waren en dat gerund wordt door een lieve Franstalige man. We zijn relatief op tijd terug dus de rest van de dag brengen we bij de bekende Indiër op de hoek en chillend in het hostel door.
De dag daarop worden we op tijd opgehaald om onze tocht te maken naar de laatste bestemming in Laos, namelijk the four thousand islands. We gaan naar een van deze vierduizend eilanden, Don Det. Dit eiland is een ware trekpleister onder de westerse toeristen waar vooral gerelaxt wordt.
Er is vrijwel niets naast barretjes, restaurantjes, zwembaden en reisbureautjes om de nodige tours en bustickets te kunnen boeken. We worden opgehaald door een minivan waarmee we na vier uur rijden afgezet worden bij het busstation bij de ferry. Na een stukje lopen in de bloedhitte springen we ongeduldig op de boot, klaar voor een briesje.
De ferry is een simpel bootje en brengt ons binnen een half uur aan wal van Don Det. We boeken een bungalow met twee hangmatten want dat is hoe we het voor ons zagen. Helaas wordt de bungalow naast ons even later bezet door een verliefd stelletje die logischerwijs een van ‘onze’ hangmatten bezet. Nu heb ik niks tegen verliefde stelletjes, maar dit was niet hoe we onze chilldagen op Don Det hadden bedacht. Dus we lopen rond en vinden andere leuke bungalows met twee eigen hangmatten op de veranda, zelfs nog goedkoper. Dus een half uur later staan we bezweet na snel alles te hebben ingepakt voor de eigenaar van de huidige bungalows te verkondigen dat we verhuizen. Gelukkig hadden we nog geen gegevens gegeven dus we komen er een soort van mee weg. Blij betreden we het terrein van mr. B om ons in onze simpele maar fijne nieuwe bungalow aan de rivier, aan de sunset-kant, te installeren.
’s Midags vinden we ook hier op Don Det weer een bar waar nonstop Friends wordt gedraaid dus dat is onze nieuwe vaste stek. Het is erg benauwd en bewolkt dus geen mooie zonsondergang bij de bungalow maar wel een prachtige lucht en constant flitsen van het naderende onweer in de lucht. We kletsen lekker aan de waterkant, chillen nog in de Friends bar en houden het dan op tijd voor gezie
n.
’s Avonds gaat het goed tekeer qua onweer en regen maar gelukkig houdt ons dak het goed en blijven we droog.
Bij het ontbijt de volgende dag zien we Manuela weer waar we in Vang Vieng tijdelijk afscheid van hadden genomen. Als we na het ontbijt naar onze bungalow lopen kan het allicht weer geen toeval zijn dat we bij het strand waar de ferry aanmeert Kiek, Joppe en Stephan zien staan. We rennen letterlijk op elkaar af en zijn van beide kanten blij elkaar te zien. Zij nemen ook hun intrek in de bungalows bij de rivier dus het is dolle pret.
Aangezien Suus en ik onderweg waren naar het zwembad vervolgen wij onze weg met de inmiddels gehuurde fietsen. Het eiland is echt heel klein en heeft onverharde wegen dus hobbelend fietsen we zwetend en zwoegend naar het zwembad. Als we aankomen valt alles van ons af en zijn we blij dat we er zijn. Het ziet er verfrissend uit, voor een kleine vergoeding kunnen we hier de hele middag chillen en dat is dan ook het p
lan.
Joppe en Stephan voegen zich een uurtje later bij ons en dan is het uit met de rust. Het is keten geblazen en we eten met elkaar een goede lunch. Kortom, een heerlijke middag.
Ploeterend werken we ons weer in het zweet op de fietsen om voldaan plaats te nemen in onze hangmatten, wat een uitvinding. Ik heb mezelf een hangmat beloofd voor thuis want alleen al erin zitten en wiegen maakt dat ik me ontspannen voel.
Gek genoeg zijn in Laos goede Indische restaurants te vinden en aangezien we in India niet helemaal los konden wat eten betreft maken we het hier goed. Ook op het kleine Don Det is er een te vinden. Het duurt even voor de bestelling voor je neus staat maar dan heb je ook wat dus Suus, Kiek, Joppe, Stephan en ik smullen van een aantal goede curry’s met naa
nbrood!
We buiken uit in de Friendsbar en aangezien er weinig mensen te vinden zijn in de barretjes en wij morgen op tijd op moeten zijn we op tijd terug in onze bungalows.
We moeten vroeg op de volgende dag want we hebben een dagtour geboekt met elkaar. Daar gaat onze rust, met dit groepje willen we gezellig met elkaar op stap! Er gaan nog meer mensen mee met de tour zoals Gerdien, een Nederlandse meid, maar ook Josh en Luke. Twee Engelse jongens die we al tegen zijn gekomen in Vang Vieng. Josh is onze buurman bij mr. B en Luke is hilarisch omdat hij heel de dag ‘Kapchailalai’ roept. Dit betekent ‘dankjewel’ in Laos maar omdat het zo lekker bekt roept hij het willekeurig heel de dag op van alles en nog wat. Nou dat neem je dus snel genoeg over, het is hysterisch. Samen met nog een aantal mensen zijn we met een flinke club dus hup in de kayaks. Dat is namelijk wat we gaan doen vandaag, een kayaktour.
Uiteraard zijn Suus en ik weer een team in de kayak! Na een flink stuk kayakken zetten we voet aan wal en laat de gids ons een eind lopen. We vragen ons even af of we een ‘walkingtour’ of ‘kayaktour’ hebben geboekt en we zijn dan ook blij als we na zeker een uur aankomen bij de woeste
waterval.
Het is even klimmen maar dan kunnen we ook in de waterval. Goed opletten vanwege de sterke stroming maar wat cool en lekker even verfrissend. We brengen er wat tijd door en lopen dan een stuk door om aan de waterkant, waar we weer in de kayaks zullen springen, de lunch te nuttigen. Een goed verzorgde lunch, de Thai weten goed hoe ze eten moeten maken.
Na de lunch moeten we een flink stuk kayakken. Met wat stroomversnellingen en lange stukken door peddelen is het best avontuurlijk dus genieten! Dan komen we uit bij een stuk open water waar al een aantal bootjes en kayaks liggen te dobberen. Dit is namelijk de plek waar we de Irrawaddy – zogenaamde rivier – dolfijnen zouden kunnen spotten. De gids roept al een aantal keer dat hij ze ziet maar helaas is hier niets van waar, grapjas… Dan na een paar minuten stil te hebben gelegen begint het publiek op een van de toeristenbootjes te roepen, vermoedelijk uit enthousiasme over de dolfijn die ze hebben gezien. We turen even mee over het water en dan is het raak. Het is maar een rivierdolfijn, maar toch heeft het iets als zo’n dier zich dan voor je neus ineens laat zien. Al snel is het moment alweer voorbij maar “yes!”, ik ben blij dat ik hem heb mogen zien want dat wilde ik heel graag hier bij de four thousand islands.
Het weer betrekt een beetje dus we zetten er wat vaart achter. Na een flink stuk kayakken, valt toch tegen als je een poos niet meer zo sportief bent geweest, komen we aan bij de stop. Daar worden de kayaks inclusief bijbehorende passagiers in een truck geladen. Vervolgens pakken we een boot om een stuk de rivier op te gaan en dan worden we weer e
rgens afgezet.
We moeten lopend een oversteek maken over een smal stuk van de rivier en dan nog een stuk lopen. Het is een tocht maar we omarmen het en genieten met elkaar van het klauteren en het uitzicht. De inzet wordt helemaal beloond als we aankomen bij de waterval waar het allemaal om ging.
Een groot gebied waar een aantal watervallen lijken samen te komen. Het geluid dat het water maakt is immens en indrukwekkend.
Ineens wordt het heel donker en de gids verzoekt ons om mee te lopen om iets verderop weer in de boot te stappen. En dan besluiten de wolken om te breken, het begint enorm te gieten en het wordt een stuk frisser. Aangekomen bij de truck worden we met z’n allen ingeladen. Het weer wordt alleen maar slechter en ondertussen onweert het ook flink. De gids wil ons weer in de kayaks jagen voor het laatste stuk maar ik schiet spontaan in de weigerstand. Het voelt niet verantwoord en we verzoeken de gids dan ook een oplossing te bedenken. Na meerdere pogingen geeft hij aan geen boot te kunnen regelen. Discussie hier en daar, dan moeten we maar betalen zegt hij, koppigheid vanuit ons. Enfin, er is uiteindelijk een ferry tot onze beschikking. Alle kayaks worden aan de ferry gebonden, de hele groep zit hutje mutje en het stort met bakken uit de hemel. We kunnen wel stellen dat het regenseizoen van start is gegaan in Laos. Even wil de boot niet starten maar een kwartier later horen we de motor en is er gejuich. Daar gaan we. Het is echt fris en de regen slaat in ons gezicht maar gelukkig is het water van de rivier warm en gooien we elkaar af en toe wat water toe om op te warmen. Wat een avontuurlijke dag, gezellig en vol verrassingen wat betreft natuurgeweld. De watervallen hebben indruk gemaakt en de omslag van het weer was een beleving op zich.
Een voordeel van het weer is dat het een stuk koeler is. Niet gedacht dat ik het zou zeggen maar iedereen trekt toch lichtelijk enthousiast een lange broek of iets met lange mouwen aan. Na zo lang hitte, zweten en puffen is dit best even fijn. En eerlijk is eerlijk, de temperatuur is nog steeds ontzettend goed te doen.
Na het wederom lekkere Indiase eten is het echt tijd voor afscheid van Kiek, Joppe en Stephan.
Het is bijzonder hoe vriendschappen ontstaan op zo’n reis. Het zijn vaak vriendschappen voor dat moment en na het bijbehorende afscheid is het prima om elkaar nooit meer te zien of te spreken. Maar zo nu en dan ontmoet je mensen die toch een beetje in je hart komen te zitten. En als je zoveel hebt gedeeld als groep weet ik zeker dat we met elkaar de moeite zullen nemen om elkaar in Nederland nog eens op te zoeken!
De volgende dag, ondertussen dik twee weken geleden, maken we ons klaar voor de vrij lange reis uit Laos naar Bangkok. Zoals dat gaat met reizen neem je afscheid, maar verwelkom je ook nieuwe vriendschappen. Josh en Luke gaan ook naar Bangkok dus met z’n vieren maken we de oversteek.
We beginnen met een ferry, stappen over op een busje die echt helemaal volgestouwd wordt met mensen en tassen. Bij de grens aangekomen is het een kwestie van een stempel in het paspoort krijgen en de grens over lopen via een tunnel. We worden verwelkomd door een bord met “Welcome in Thailand”, en dat voel ik me weer.
Laos, ik heb van je genoten. In twee weken tijd zijn we door je heen gesjeesd en heb ik me weer mogen laten verwonderen. Je vele toeristen zijn enthousiast en mede daardoor heb ik me twee weken lang weer even laten leven door alle indrukken. Ik heb je mogen zien vanaf en in het water, vanaf hoge hoogte, je pluche bergen hebben me betoverd en je kleine eilandjes hebben me rustig gemaakt. Gevaren door de lucht en over water, gereden met de bus, tuktuk en de scooter, gelopen, getourd en gedreven in een band. Ondanks je kleine oppervlakte heb je veel te bieden en kijk ik terug op een onvergetelijke tijd!
Op Thaise grond worden we met een tuktuk naar het busstation gebracht waar we de nachtbus betreden die ons in Bangkok zal afzetten. En ja hoor, na een koude (de airco loeide hard) maar prima reis komen we om 6:00 aan in Bangkok. We nemen afscheid van Josh, die ik in Bali waarschijnlijk weer zal zien, en Luke rijdt met ons mee naar Rest Inn. Dit hostel is ons de vorige keer goed bevallen dus we nemen weer onze intrede in de comfortabele bedden.
We hebben twee weken Zuid-Thailand voor de boeg en het voelt goed om weer in het vertrouwde Bangkok te zijn.
De avonturen in Zuid-Thailand zijn ondertussen beleefd maar nog niet beschreven. Ik heb plezier in het schrijven en ik kan niet wachten om weer met jullie te mogen delen maar ik ga eerst even acclimatiseren in Bali waar ik net ben aangekomen. Dus voor nu “Kapchailalai voor het lezen!”
Liefs,
Nienke