Lieve allemaal,
We zijn ondertussen in Sri Lanka maar ik blik ook nog even terug op onze laatste bestemming in India, namelijk Hampi.
Want ach, wat ben ik op Hampi gesteld geraakt!
Vanaf Goa nemen we een lokale bus naar Mapusa waar vandaan we de nachtbus kunnen nemen. Deze lokale bus is een beleving op zich zeg. Wederom ervaar ik India als een land dat zich overschreeuwt. De bus is niet alleen schreeuwerig qua kleur maar ook de Indiase muziek staat heel hard en we zitten op elkaar geplakt op kleine bankjes. Wij zitten samen op een bankje voor ‘ladies only’. Ik als verwende, westerse bofkont vind het onwerkelijk dat er nog zo’n scheiding is tussen mannen en vrouwen. Er hangt nota bene een bordje met een noodnummer dat je kan bellen als je als vrouw lastig gevallen wordt. Begrijp me niet verkeerd, het is fijn dat er middelen worden ingezet om de vrouw te beschermen, maar de feminist in mij wordt ontzettend wakker geschud.
Maargoed, ondertussen vorige week woensdag komen we na een vermoeiende nachtbus in Hampi aan. Ondanks het feit dat we bedjes in de bus hadden, lagen we echt qua formaat in een koekblik. De chauffeur leek zóveel haast te hebben dat we door ons koekblikje heen rolden als biscuitjes en nee, dan slaap je niet echt lekker bij! Maar we komen er en meteen ben ik onder de indruk van het mooie landschap en de ruïnes van de tempels die we al tegenkomen.
Om bij het hostel te komen dat ons is aangeraden moeten we met een ferry over een smal riviertje.
Daarna moeten we nog een stuk lopen in de bloedhitte. Nadeel is zweet, maar voordeel is dat het wandelen met onze rugzakken langs immense rotsen en rijstvelden voelt als het echte backpacken en dat heeft absoluut zijn charme.
Aangekomen bij het hostel, Goan Corner, hebben ze gelukkig een plekje voor ons en wat een plek! We slapen lekker goedkoop op het dak van het huis waar de familie woont dat het hostel runt. Het is niet meer dan een rij bedjes met klamboes erboven en we slapen dus onder de blote hemel, kicke!
Voor nu is het echt te heet om er te blijven zitten dus backpack neergegooid en aan het ontbijt. Het leuke aan dit hostel is dat er veel backpackers zijn, vooral de hippies en vrije geesten strijken hier neer dus er heerst een fijne, relaxte vibe. Moe van de reis en voldaan van het vredige sfeertje dat hier hangt in Hampi spenderen we een paar uur in een hangmat om een beetje bij te komen. Rotleven…
Rond zonsondergang beklimmen we een van de grote rotsen bij het hostel waardoor we een prachtig uitzicht hebben op Hampi.
Het is bijna onwerkelijk om in zo’n andere wereld te zijn t.o.v. wat we tot nu toe hebben gezien. Het geeft een gevoel van The Neverending Story, met zijn pratende rots, meets The Flinstones.
De ontzettend grote rosten lijken bijna nep, alsof ze er voor ons zijn neergelegd à la ‘joh, dan ziet het er leuk uit voor die meiden’.
De eigenaar van het hostel vertelt ons dat het mythologische verhaal is dat twee goden in een flinke ruzie met stenen naar elkaar hebben gegooid. Sterke jongens die goden! De wetenschappelijke verklaring is natuurlijk dat de zee deze stenen met zich heeft meegebracht en achter heeft gelaten toen het water zich terug trok.
Hoe dan ook, het geeft een prachtig plaatje en ik waan me bijna in een stenen tijdperk. Jabbadabbadoeee!!
De zonsondergang is helaas bewolkt maar desalniettemin is het uitzicht prachtig en kleurt de lucht mooi roze.
Na de zonsondergang brengen we de avond door met dineren, kletsen en kaarten met een paar Duitsers die we in de nachtbus al hadden ontmoet. Maar we gaan op tijd naar ons dakje om energie bij te tanken.
Daar lig ik dan, onder de sterrenhemel. De eindeloze hemel en ik, enkel gescheiden door een klamboe. Het brengt me terug naar de nachten dat ik al kamperend op vakantie met slaapzak en al uit de tent mocht om in een ligstoel met het hele gezin naar de sterren te kijken. Mooie herinneringen en wederom ben ik bezig met het maken van onvergetelijke herinneringen. Een geluksmomentje pur sang. Het wordt bewolkt en ik slaperig dus een mooie timing om voldaan de ogen te sluiten.
’s Ochtends worden we gewekt door de hete zon en maken we ons klaar voor een cultureel dagje. Twee leukerds geven ons met hun scootertje een lift naar de ferry, fijn want het is pittig om in deze hitte een stuk te lopen. We gaan weer met de ferry terug naar de andere kant en laten ons een paar uur met een riksja rond rijden en zo nu en dan afzetten bij een bezienswaardigheid.
Deze kant van Hampi bestaat uit mooie natuur en midden in die natuur de overblijfselen van tempels.
Het is echt heel heet dus we doen het rustig aan en zorgen ervoor dat we goed drinken.
Na een paar uurtjes nuttigen we een lunch, bezoeken we nog één tempel en dan is het echt tijd om terug te gaan naar het hostel om uit te puffen.
Het dak waar ons bedje zich bevindt is ondertussen gehuld in schaduw dus even een middagdutje.
We worden rond zonsondergang wakker en als we zien dat een hoop mensen deze aanschouwen op een van de rotsen besluiten we snel nog naar boven te klimmen. De daadwerkelijke zonsondergang missen we net maar wat een heerlijk moment.
De rots staat vol met mensen, er wordt gelachen, een drankje gedaan, een jointje gerookt, gedrumd en gedanst. Iedereen kletst met iedereen en de vibe is magisch. Het duurt voor ons niet lang want voor het echt donker is willen we weer beneden staan. Ik vind tijd altijd iets bijzonders. Als je aan het wachten bent kruipt de tijd en als iets leuk is vliegt het. Op dat moment zorgden we met elkaar en met het waanzinnige uitzicht ervoor dat de tijd stil stond. Even helemaal in het nu…
De rest van de avond ben ik zo mak als een lammetje. Het lijkt wel alsof ik helemaal bij kom hier in Hampi van alle indrukken die India me gegeven heeft. Aangezien we een bijzondere slaapplek hebben besluiten we na een heerlijk verfrissende douche dan ook om ons bedje in te duiken. Dit keer steek ik voor het slapen gaan nog even m’n hoofd uit de klamboe om te genieten van de sterren. Het sterrenstaren maakt me nederig en doet me altijd beseffen hoe klein we eigenlijk zijn. Ik kan me soms zo afvragen wat we hier in vredesnaam op deze aardkloot doen met met z’n allen. Des te meer nu ik op reis ben de verschillen tussen mensen en hun culturen weer zo confronterend groot zijn. De eindeloosheid van het sterrendek maakt deze vraag niet minder aanwezig maar maakt dat het voor nu ergens wel oké is. “Geniet maar gewoon even”, fluistert mijn onderbewustzijn, “filosoferen kan later wel weer”. En zo val ik nadat Suus en ik nog wat bomen over het leven in een diepe slaap.
De volgende dag checken we alvast uit en huren we nog een brommer voor onze laatste dag in Hampi. Deze brommer is een heerlijk voertuig en doet me denken aan mijn Tomos waar ik in mijn pubertijd iedereen op voorbij crosste!
Lekker touren door het mooie landschap doet een mens goed. We lachen ons af en toe rot want de brommer trekt de heuvels niet altijd waardoor we op enig momenten voorover gebogen zitten om het arme apparaat een handje te helpen bij zijn tocht naar boven.
We stoppen bij een berg waar bovenop The Monkey Temple te bewonderen is.
Alvorens hier aan te komen moeten we maar liefst 700 treden naar boven! Heel, heel even voel ik een lichte twijfel want het is echt midden op de dag en dus stervensheet. Maar we laten ons niet gek maken en gaan uiteraard die berg op! Onderweg komen we lokale mensen tegen die weer naar beneden gaan. Hier zitten een hoop oude mensen bij dus het respect groeit en het maakt dat ik mezelf een extra schop onder m’n kont geef.
Na wat gepuf, gesteun en gezweet komen we boven aan en dan is het het waard. Het uitzicht is prachtig en geeft een mooi beeld van hoe Hampi er als geheel bij ligt. Het contrast tussen het groen en de rotsen is groot en maakt het een bijzonder landschap.
Terug beneden besluiten we door te rijden naar het meer. Suus en ik wisselen de ritjes af en zowel zelf rijden als achterop zitten is heerlijk! Aangekomen bij het meer valt het eerlijk gezegd een beetje tegen doordat het water heel laag staat. Maar vooral doordat, lieve lezers thuis, ja hoor wij een echte potloodventer tegen het figuurlijke lijf zijn gelopen. Meneer had zijn broek openstaan en vroeg zich af waar we vandaag kwamen. Niet alleen weinig te zien bij meneer maar ook niet helemaal gediend van deze actie dus met gierende banden weg! Uiteindelijk konden we er erg om lachen want wat een malloot. Tot zover het meer…
Terug bij het hostel hebben we nog even gechilld. Vanwege de ferry die maar tot een bepaalde tijd gaat moeten we op tijd weg want die avond nemen we de nachtbus naar Bangalore. Daarvoor moeten we eerst met een riksja naar Hospet worden gebracht, een ritje van ongeveer een half uur. Na wat onderhandelen hebben we een riksja te pakken en dat brengt ons bij de volgende ‘nare mannen’-ervaring. Halverwege de rit vindt deze meneer het nodig om ons mede te delen dat hij toe is aan, hoe zal ik het netjes zeggen, een beurt. Er volgt geen directe uitnodiging maar we hebben de hint begrepen. We bedanken vriendelijk en wijzen hem er streng doch rechtvaardig op dat hij recht zo die gaat naar Hospet moet rijden en verder z’n mond kan houden.
De rest van de rit zitten we met licht samen geknepen billen en de adrenaline door ons lijf in de riksja. Het mannetje zelf is twee turven hoog dus die kunnen we wel aan maar het is donker, we rijden op onverlichte wegen en je weet nooit waar hij je mee naar toe neemt. Gelukkig komen we veilig aan en de rest van de uren die we eigenlijk in een restaurantje wilden doorbrengen, brengen we door in het reisbureautje waar we zijn afgezet totdat de nachtbus komt. We weigeren ons nog te begeven onder de mensen want we zijn goed klaar met de lokale mannen.
De nachtbus is wel echt heel luxe en mooi dus we vallen meteen in slaap als de reis naar Bangalore aanvangt. Vroeg in de ochtend komen we aan in Bangalore waar we de trein zullen nemen naar Chennai. Op het treinstation moeten we 7 uur overbruggen. In principe wilden we gewoon de stad in maar gezien de vermoeidheid en ons gevoel bij de afgelopen gebeurtenissen besluiten we de tijd door te brengen op het station.
Wederom ontstaat er een gevoel van het wanen in het stenen tijdperk. Er is een aparte wachtruimte voor vrouwen. Het is niet verplicht dat je hier als vrouw gebruik van maakt maar de optie is er. Ik als verwende westerse bofkont heb moeite met het feit dat dit hier gezien wordt als een positieve ontwikkeling. Het zou toch potverdorie niet nodig moeten zijn! Ik kan er veel woorden aan vuil maken maar laat ik er kort over zijn; ik hoop dat er hier binnenkort een aantal Dolle Mina’s komen rondrennen om voor de vrouwenrechten te gaan staan!
Terug naar m’n reisverhaal. We komen veilig aan in Chennai om een nachtje door te brengen alvorens we het vliegtuig naar Sri Lanka pakken. In het Red Lollipop Hostel worden we ontzettend gastvrij ontvangen, is er een heerlijke douche en fijne bedden. Dus fris en goed uitgerust laten we afgelopen zondag India achter ons…
India, een land waar ik in drie weken door heen ben gereisd. Waar ik nooit in mijn eentje doorheen had kunnen reizen dus lang leve m’n reismaatje. Waar ik ziek ben geweest door het hete eten en het gebrek aan hygiëne. Een land waar ik me over heb verbaasd en verwonderd. Waar ik niet gauw weer naartoe terug zal gaan, maar zeg nooit “nooit”. Een land dat zich volgens mijn maatstaven overschreeuwt maar waar de vrouwenstem helaas nog maar fluisterend hoorbaar is. India, waar de contrasten groot zijn en de kleuren rijk. Wat ben ik blij en trots dat ik dit land bereisd heb en wat zit deze ervaring in mijn hart.
Namasté